Naamloos

Robbert van Duin: ‘Het was voor mij belangrijk om het zakelijke te combineren met het ideële’

Googel hem en je vindt kwalificaties als ‘de nachtmerrie van de plasticindustrie’ en ‘mister statiegeld’. Robbert van Duin, eigenaar van Bureau Brandstoffen en Grondstoffen, zit er niet mee. Sterker: hij legt gráág de vinger op de zere plek, zeker als hij perspectief ziet voor verandering. En ja, dan is hij nogal, uhm, vasthoudend.

Wie is Robbert van Duin?
“Ik ben 70 jaar en woon op de Veluwe, drie kilometer van een dorp met drieduizend inwoners. De eerste veertig jaar van mijn leven bracht ik door in het centrum van Rotterdam. Ik studeerde scheikunde in Delft, gecombineerd met sociale psychologie. Als dienstweigeraar richtte ik het Centrum Energiebesparing (tegenwoordig CE Delft) op, een organisatie die is uitgegroeid tot een gezaghebbend adviesbureau op het gebied van energie en milieu. Sinds 1980 heb ik een eigen adviesbureau Brandstoffen en Grondstoffen. Verder was ik betrokken bij de oprichting van allerlei milieuorganisaties, waaronder het Recycling Netwerk Benelux. Bij deze organisatie ben ik nog steeds actief, met name in het grondstoffen- en afvalstoffenbeleid.”

Wat was de rode draad in je loopbaan?
“Ik ben altijd actief geweest als adviseur en aanjager van milieubeleid én als wetenschapper. Zo ontwikkelde ik onder meer de levenscyclusanalyse (LCA), een methodeom de milieubelasting van een materiaal of product te berekenen. Inmiddels wordt deze methode wereldwijd gebruikt, tot in Japan toe. Het was voor mij belangrijk om het zakelijke te combineren met het ideële. De kennis die ik opdeed, zette ik in voor milieuorganisaties.”

Wat is je connectie met de Natuur en Milieufederatie?
“Van 1981 tot 1993 was ik bestuurslid en secretaris. Bij mijn komst heette de organisatie overigens CMZH, Centrum Milieubeheer Zuid-Holland. Later werd dat ZHM , de Zuid-Hollandse Milieufederatie. En tegenwoordig dus NMZH. Toen ik in het bestuur kwam, bestond de organisatie uit één man plus hond, die meekwam naar alle vergaderingen. Ik was destijds zowel secretaris als penningmeester. Tijdens de jaarlijkse controle kwam ik bonnetjes tegen voor één en een halve persoon. Die halve persoon bleek de hond te zijn, haha.”
 
Welke onderwerpen speelden in die tijd?
“Met een aantal andere milieuorganisaties vonden we het CMZH een te zwakke en wat ingedutte club. Dus hebben we een soort coup gepleegd om in het bestuur te komen en de boel op te schudden. Ik heb toen een vergelijkend onderzoek gedaan en een toekomstplan gemaakt. Het CMZH bleek bijvoorbeeld jaarlijks maar vijf cent subsidie per inwoner te krijgen. In andere provincies was dat minstens twaalf cent tot zelfs het tienvoudige. Terwijl: veertig procent van de Nederlandse milieuproblematiek speelde zich af in Zuid-Holland en Rijnmond, met gebieden als de Botlek en de Maasvlakte. We hebben toen een vijfjarenbegroting opgesteld gericht op uiteindelijk een verzesvoudiging van de subsidie, tot een miljoen gulden per jaar. En dat is gelukt. Heel mooi, op die manier hebben we CMZH verder kunnen opbouwen.”

Wat is je mooiste herinnering aan die tijd in het bestuur?
“Van het Afval Overleg Orgaan mocht ik met mijn bureau een voorzet maken voor het tienjarenplan afval van de landelijke, provinciale en gemeentelijke overheid. In die tijd werd nog gedacht: we krijgen steeds meer afval, dus er moeten afvalverbrandingsinstallaties bij. Op  basis van eerder onderzoek ben ik nagegaan: hoeveel installaties heb je echt nodig als we afval gaan recyclen? Eén van de nieuwe verbrandingsinstallaties was gepland op Ypenburg, het voormalige vliegveld bij Den Haag. Deze bleek – op basis van mijn berekeningen – niet nodig en is er niet gekomen nadat we dat hadden aangekaart op het halfjaarlijks overleg van milieufederatie en milieugedeputeerde. Ook een stortplaats in Leiderdorp hebben we tegen weten te houden.”

“Ook leuk: ik had twee panden in Rotterdam gekocht en opgeknapt. Mijn bureau was daar gevestigd en ik woonde er. Omdat er op de eerste en tweede etage ruimte over was, is de ZMF bij ons ingetrokken. Dus was ik ineens zowel secretaris als huisbaas. Omdat ik in hetzelfde pand zat, was er dagelijks interactie met de medewerkers. We hadden regelmatig strategisch overleg, hoe pak je dit of dat aan? Ik herinner me dat een medewerker in de vakantietijd was gebeld door een journalist over kokkelvisserij in de Waddenzee. Wat wij daarvan vonden? Het was voor ons iets geheel nieuws, maar er werd snel een standpunt gevormd en dat werd vervolgens – verrassend genoeg – groot nieuws! Ik kwam hierover jaren later in een lesboekje van mijn zoon zelfs nog een krantenbericht tegen.”

Wat vind je van de manier waarop de tegenmacht georganiseerd is, bijvoorbeeld door organisaties als NMZH?
“Waar ik direct aan moet denken: in onze achterban zaten organisaties die zich uitspraken tegen de uitbreiding van vliegveld Zestienhoven, het tegenwoordige Rotterdam Airport. Zo had je ABC, het Anti Bulderbaan Comité en BTV Schiebroek, Bewoners Tegen Vliegtuiglawaai. De drijvende kracht achter BTV werkte bij VNO-NCW. Hij vertelde me dat zijn baas hem had opgedragen ervoor te zorgen dat de geldkraan richting milieuorganisaties zou worden dichtgedraaid. Over tegenmacht gesproken.”

“Ook uit Haagse kringen kreeg ik te horen dat er plannen waren om milieuorganisaties niet meer of nog alleen op projectbasis te financieren. Alleen projecten dus die welgevallig waren in de ogen van de overheid. Opmerkelijk genoeg houden veel milieuorganisaties zich tegenwoordig vooral bezig met educatie en met natuurgerichte activiteiten. Zogenaamde grijze zaken, zoals vervuiling, krijgen vaak helaas veel te weinig aandacht. Dat geldt ook voor emissies naar lucht, water en bodem. Er wordt nu wel goed gekeken naar Tata Steel, maar hoe zit het met het Rijnmondgebied, met de emissie die daar plaatsvindt?”

Wat inspireert je?
”Het kunnen verbeteren van de wereld, al is het maar een beetje. Daarbij vind ik het mooi om de vinger op de zere plek te leggen, zeker als ik perspectief zie voor verandering. En dan kan ik heel vasthoudend zijn!”

Duurzame tip:
‘Een beter milieu eindigt bij jezelf. Dus zorg ervoor dat overheid en bedrijven het niet verpesten!’