We zijn als mens een schadelijk organisme

Hans Muilerman strijdt al zijn hele carrière tegen pesticiden. Tegenwoordig doet hij dit op Europees niveau, als coördinator chemische stoffen bij het Pesticide Action Netwerk. “Dat we de prachtige aarde met z’n allen kapot maken, daar word ik woedend van.”

Hij werkte van eind jaren tachtig tot 1998 bij NMZH. Zijn werkterrein: waterkwaliteit, de chemische industrie in Rijnmond, de bollenteelt en glastuinbouw. “Die vervuilden allemaal nogal, dus daar moesten we iets aan doen. We probeerden ons goed te informeren en in gesprek te komen met bedrijven. En lobbyden bij de provincie en de overheid. Soms schakelden we zelfs de media in of begonnen rechtszaken.”

Welke onderwerpen speelden in die tijd?
“De glastuinbouw loosde heel veel op water en in sloten. Via rechtszaken hebben we kunnen afdwingen dat ze regenwaterbassins moesten installeren om regenwater op te vangen en dit via een gesloten systeem te gebruiken in de kassen. Dat was een grote verandering waar NMZH aan de basis stond. Er kwam in die tijd ook een verbod om bestrijdingsmiddelen te lozen op sloten. Verder kregen we het voor elkaar dat aan weerszijden van sloten bufferzones moesten worden aangelegd, waardoor er tijdens het spuiten met bestrijdingsmiddelen veel minder in het water terechtkwam. Dat was enorme winst.

Een ander groot succes was de fabriek voor fosfaat in Rijnmond waar we veel druk op hebben uitgeoefend. Zij hebben hun volledige productieproces aangepast, de hele fabriek is verbouwd. Verder was er een afvalbedrijf waar werd gefraudeerd. NMZH heeft een belangrijke rol gespeeld bij het opsporen van de illegale activiteiten. Uiteindelijk heeft de overheid ingegrepen en is de eigenaar van dit bedrijf zelfs in de gevangenis terechtgekomen.”

Centraal in je loopbaan staat je strijd tegen bestrijdingsmiddelen.
“Pesticiden zijn een ernstige bedreiging voor onze voedsel- en landbouwsystemen. Op het veld doden ze bestuivers zoals bijen en verminderen ze de kwaliteit van de bodem. Daarbij brengen ze de gezondheid van boeren, veldwerkers en omwonenden in gevaar. Maar hun giftige werking stopt niet bij de poort van de boerderij: ze vinden hun weg naar ons drinkwater, de lucht die we inademen en het voedsel dat we eten. De Europese Commissie wil daarom in 2030 het gebruik van bestrijdingsmiddelen hebben gehalveerd.”

U maakte de overstap van de provincie naar Brussel/Europa. Was dat een grote stap?
“Nou, eerst ben ik nog gaan werken bij Natuur en Milieu in Utrecht. Daar was ik bezig om de productie van kleding en cosmetica milieuvriendelijk te maken. In bijvoorbeeld kleding zit veel narigheid. Er wordt niet alleen veel water gebruikt, maar ook plastics en allerlei verfsoorten. In alle stappen zit milieuvervuiling. De gedachte was dat er een productiebeleid zou komen, maar dat is helaas nooit gelukt.”

Waarom niet?
“De overheid kwam terecht in het idee van marktwerking. Daar is het in verzand. Het was een groot probleem dat iedereen dacht dat het kapitalisme de milieuvervuiling wel zou gaan oplossen. Zelfs milieuorganisaties deden daaraan mee; we moesten het aan de markt overlaten. Onbegrijpelijk!

Sinds 2010 werk ik in Brussel voor het Pesticide Action Network, waarbij milieugroepen uit 28 Europese landen zijn aangesloten. Het is ingewikkelder, je hebt te maken met het parlement, de commissie en de landen. De landen zijn de baas. Toch is het daar niet moeilijker om dingen voor elkaar te krijgen. Op landelijk niveau is er de afgelopen tien jaar helemaal niets gebeurd, eigenlijk is Europa het enige lichtpuntje. Daar is veel bereikt.”

Wat bijvoorbeeld?
“Er is regelgeving gekomen over pesticiden. Van een belangrijke categorie stoffen waarvan de industrie zegt: ‘als je maar onder de wettelijk toegestane waarde blijft’, is bepaald dat de mens daar niet langer aan blootgesteld mag worden. Daarmee zijn de allerrottigste middelen – die waar je kanker of Parkinson van kunt krijgen – geleidelijk verboden. En dat is uniek in de wereld. Dan heb je toch het Europees parlement mee. Die komen vaak op voor de burgers.”

“Helaas hebben Engeland en Nederland enorm tegengewerkt. Nederland heeft een slechte naam in Brussel en ligt altijd dwars als we iets willen doen aan milieu of gezondheid. Waarom? Tja, de economie is dominant hè. Daarvoor moet je markten veroveren en gaan voor zo laag mogelijke kosten. En dan kun je geen regels gebruiken, want daarmee verover je geen markten en kan de economie niet concurreren.

Dat mensen er kanker van krijgen, is blijkbaar niet van belang”

Wat inspireert je?
“De natuur! De prachtige aarde waar we op leven. Kijk naar buiten, al dat mooie groen, de bloemen, de planten. Dat we dát kapot maken met z’n allen, daar word ik woedend van. Ook maak ik me zorgen over de kinderen en kleinkinderen, hoe die moeten leven. Het ziet er niet goed uit. Kijk alleen maar naar de rapporten van IPCC. Er gaan enorme rampen gebeuren. Dat staat al vast. We hebben de bijen en andere insecten al bijna uitgeroeid. Er zijn bijna geen vogels meer in agrarische gebieden. We zijn een schadelijk organisme als mens.”

Heb je tot slot nog een duurzame tip?
“Ik denk dat we er alleen uitkomen als we soberder gaan leven. Er wordt heel veel nadruk gelegd op recycling, maar dat is kletskoek. Minder vliegen, minder autorijden, minder vlees eten: dat is de enige oplossing!”